Het is augustus en dat betekent dat er weer volop vijgen zij. Ik heb ze zelf niet in de tuin maar een goede vriendin heeft ze volop. Vandaag 2 kilo gekregen onder het mom van “Jij maakt er vast iets lekkers mee”. Eh ja, maar wat? Vorig jaar maakte ik een vijgentaartje en heb ik een grote pot vijgen op rum ingemaakt. Nu maar eens aan de vijgenjam beginnen.
Geen geleisuiker
Ik gebruik nooit geleisuiker. Oorspronkelijk wordt jam er niet eens mee gemaakt. In plaats daarvan gebruik je citroensap. Geleisuiker is eigenlijk niets anders dan kristalsuiker met pectine en citroenzuur. Maar in fruit zit van nature al pectine en dat zorgt ervoor dat de jam dikker wordt. De hoeveelheid pectine in fruit verschilt ook per fruitsoort. Het ene fruit heeft van nature meer van als het ander. Ook heeft het te maken met de rijpheid van het fruit.
Maar wat doet citroenzuur en suiker dan?
Het zuur van de citroen verlaagd de zuurgraad van de jam waardoor de pectine goed kan werken en het zorgt ervoor dat de jam een frisse smaak krijgt en de smaak van het fruit ophaalt. De suiker die je toevoegt is een conserveermiddel waardoor je de jam langer kunt bewaren. Ook geeft de suiker een structuur aan de jam. Suiker zorgt dus samen met de pectine voor een stevige jam.
Nodig voor vijgenjam
- 2 kilo verse vijgen
- 500 gram kristalsuiker
- sap van 2 citroenen
- gesteriliseerde jampotten
Zo maak de vijgenjam
Steriliseer 5 jampotten en de deksels door ze minuten uit te koken in een grote pan. Zorg dat ze helemaal onder water staan. De potten moeten natuurlijk wel schoon zijn voor je hieraan begint. Haal ze voorzichtig met een tang uit het water en laat op de kop drogen op een schone theedoek of keukenpapier.
Was de vijgen en verwijder de steeltjes. Snijd de vijgen in kleine stukken en verwarm samen met de suiker 15 minuten op een laag vuur. Blijf roeren.
Doe het sap van 2 citroenen erbij en laat nog 5 minuten zachtjes pruttelen. Verdeel de vijgenjam over de 5 potten, draai de deksels erop en draai de potten om. Laat op z’n kop afkoelen.
